|En|
On the south slope of the
La Hutte hill in Ploegsteert – listed as "Hill 63" in military jargon
– at the bottom of the slope from Rue de Messines to the junction with Rue du
Petit-Pont, was erected the largest "Dugout" or underground shelter –
close to the front line – of the First World War.
This imposing shelter was
designed essentially to provide restrooms for the troops of the nearby trenches
and in no case for their burial. If anyone, impressed by the extent of the
underground, should compare them to the catacombs of old, this improper and
anachronistic name has never been technically justified and has always been
disavowed by purists, in the sense that this misnomer may have led to a cynical
controversy regarding the underground as a possible hideout for soldiers !
Despite
all the efforts of the Australian authorities to impose the name of Wallangara,
this anachronistic and casual name was cleverly
popularized by the media of the time, which found there a very convenient way
to accommodate the two tendencies expressed by the allied Headquarters, which
were very divided on the question of the comfort of the troops ; the "pure
and hard" tendency which, blind to the sufferings caused by the
confinement in the trenches, ensured a firm and rigorous discipline. While the
other more "realistic" trend, sought to establish resting places in
the immediate vicinity of the front and undertook the construction of the
"Prowse Point Dugout", which was completed on August 18, 1916.
In the process, a much
larger second shelter was quickly put under construction. This remarkable work,
officially named "Hill 63 Dugouts" and inaugurated on November 1,
1916 by General Plumer and all his staff, was completed in just two months by
the 1st Australian Tunnelling Cy, who called it "Wallangara".
Let us leave to the irreverent the grisly media image of skulls and bones, with the convenient excuse of ignorance, but let us be reassured by the delicate attitude of our field actors, most anxious to keep alive the wish of this baptismal name, so dear to the hearts of those who have fallen here, too far from home.
In tribute to the tunnelling
soldiers, the promoters of this essentially philanthropic and non-profit
project, also wished to recall this name and baptized their association
"Wallangara".
|Fr|
Sur le versant sud de la colline de La Hutte à Ploegsteert –
répertoriée "Hill 63" en jargon militaire – au bas de la descente de
la Rue de Messines à la jonction avec la Rue du Petit-Pont, fut creusé le plus
grand "Dugout" ou abri souterrain, situé sur la ligne du front de la
première guerre mondiale.
Cet imposant abri était destiné
exclusivement au repos des troupes des tranchées toutes proches et nullement
pour leur servir d’espace funéraire. Si d’aucuns, impressionnés par l’ampleur
du souterrain, ont pu les comparer aux catacombes de jadis, cette appellation
impropre et anachronique ne s’est jamais techniquement imposée et a toujours
été désavouée par les puristes, dans le sens où ce nom mal approprié a pu nourrir une
polémique cynique tendant à considérer le souterrain comme une éventuelle
planque à soldats !
Malgré
tous les efforts des autorités Australiennes pour imposer le nom Wallangara,
cette appellation anachronique et désinvolte se vit habilement
popularisée par les médias de l’époque, qui y trouvèrent un moyen bien commode
de ménager les deux tendances exprimées par les Etats-Majors alliés, très
divisés sur la question du confort des troupes ; la tendance "pure
et dure" qui, aveugle aux souffrances causées par le confinement
dans les tranchées, veillait à maintenir une discipline ferme et rigoureuse.
Tandis que l’autre tendance plus "réaliste", cherchait à établir des lieux de repos à proximité
immédiate du front et entreprit la construction du "Prowse Point Dugout", qui fut achevée le 18 août 1916.
Dans la foulée, un deuxième
abri beaucoup plus vaste fut mis en chantier. Cet ouvrage remarquable au nom
officiel de "Hill 63 Dugouts" inauguré le premier novembre 1916 par le Général Plumer
et tout son staff, fut réalisé en seulement deux mois par le 1st
Australian Tunnelling Cy, qui l’ont
appelé "Wallangara".
Laissons aux irrévérencieux l’image médiatique macabre de crânes et d’ossements, avec l’excuse commode de l’ignorance, mais soyons rassurés par l’attitude délicate de nos acteurs de terrain, majoritairement soucieux de garder vivace le souhait de ce nom de baptême, si cher au cœur de ceux qui sont tombés ici, trop loin de chez eux.
En hommage à ces soldats
tunneliers, les promoteurs de ce projet
associatif, essentiellement philanthropique et sans but lucratif, ont également
tenu à rappeler cette dénomination et ont baptisé leur association "Wallangara".
|Nl|
Op de zuidelijke helling
van de La Hutte heuvel in Ploegsteert – vermeld als "Hill 63" in
militair jargon – onderaan de helling van de Mesenstraat naar de kruising met de
Kleine-Brugstraat, werd de grootste "Dugout" of ondergrondse
schuilplaats uitgehouwen, dicht bij de frontlinie van de Eerste Wereldoorlog.
Deze imposante
schuilplaats was hoofdzakelijk ontworpen als rustplaats voor de troepen van de
nabijgelegen loopgraven en in geen geval voor hun mortuarium. Als iemand, onder
de indruk van de omvang van deze kelder, ze kon vergelijken met de catacomben
van weleer, deze onjuiste en anachronistische naam is nooit technisch
gerechtvaardigd en altijd door puristen afgewezen, in die zin dat deze niet
geschikte naam een cynische controverse heeft kunnen voeden en de neiging kon
vertonen om de kelder te laten beschouwen als een mogelijke wegstopper voor
soldaten !
Ondanks
alle inspanningen van de Australische autoriteiten om de naam Wallangara op te
leggen, werd deze anachronistische en ongegeneerde naam slim
gepopulariseerd door de media van toen, die er een erg handige manier vonden om
de twee tendensen van de geallieerde Hoofdkwartieren, die zeer verdeeld waren
over de troost van de troepen, op te vangen ; de "pure en harde"
neiging die, blind voor het lijden veroorzaakt door de opsluiting in de
loopgraven, een stevige en rigoureuze discipline verzekerde. Terwijl de andere
meer "realistische" trend, ernaar streefde om rustplaatsen in de
directe omgeving van het front te vestigen, ondernam hij de bouw van de
"Prowse Point Dugout", die op 18 augustus 1916 voltooid was.
Daarbij werd snel een veel
grotere tweede schuilplaats in aanbouw genomen. Dit opmerkelijk werk, officieel
"Hill 63 Dugouts" genoemd en op 1 november 1916 ingehuldigd door
generaal Plumer met zijn volledig staff, werd in slechts twee maanden voltooid
door de 1st Australian Tunnelling Cy, die het "Wallangara" heette.
Laat de oneerbiedige met het macabere mediabeeld van schedels en botten, met de handige excuus van onwetendheid, maar laten we gerustgesteld zijn door de delicate houding van onze terrein medewerkers, meestal bezorgd om de wens van deze doopnaam levend te houden, zo dierbaar aan het hart van degenen die hier vielen, zo ver van huis.
Als eerbetoon aan deze tunnelsoldaten,
wilden de promotors van dit filantropische en non-profit project, ook die naam
onthouden en hebben hun vereniging "Wallangara" gedoopt.
